Medea en Aad eindelijk bij elkaar
Met nog een jaar voor de boeg zijn stadsfotograaf Medea Huisman en stadsdichter Aad van der Waal een samenwerking aangegaan. En daarmee mag worden geconcludeerd dat het dichterschap van Van der Waal (hij werd eerder benoemd dan Huisman) met een jaar is verlengd: van twee tot drie jaar.
Nu is het niet ongebruikelijk dat een stadsdichter langer mag aanblijven. Het werk van Willem Bierman, onze eerste stadsdichter en dat zijn opvolger Hans Mirck beviel de benoemingscommissie zo goed dat er een jaar aan vast werd geknoopt. Helemaal als een verrassing kwam het dan ook niet. ,,Ik denk dat ik genoeg kwaliteit heb geleverd’’, zegt Van der Waal. ,,Ik had er eerlijk gezegd wel een beetje rekening mee gehouden.’’
En dat is maar goed ook, want de samenwerking van stadsfotograaf en stadsdichter heeft lang op zich laten wachten. ,,Ik heb een zware zwangerschap achter de rug’’, legt Medea Huisman uit. ,,Ik was al blij dat ik door kon werken. Maar nu alles achter de rug is, is er ruimte voor nieuwe dingen waaronder iets samen met Aad te gaan doen.’’
Het eerste product dat de twee creatieve geesten hebben afgeleverd (Van der Waal is naast dichter ook toneelschrijver, regisseur en theatermaker) bestaat uit een op een ansicht geprojecteerde foto van een zo op het oog doodgewoon perkje en een gedicht van de man die zich daardoor heeft laten inspireren. De volgende ansicht is inmiddels in de maak.
Medea – en dat mag je van een stadsfotograaf verwachten – heeft oog voor dat wat we het ongeziene noemen. Dat ongeziene wil ze zichtbaar maken. ,,Kijken met andere ogen. Dat is ook wat ik aan anderen door wil geven nu ik stadsfotograaf ben. Als een soort detective zoeken naar een andere werkelijkheid. Ik heb mij ten doel gesteld om cultureel en maatschappelijk te investeren in mensen en heb daarvoor een aantal projecten opgezet voor de nabije toekomst.’’
Medea als de Mrs. Marple van Apeldoorn dus? Zij knikt, Van der Waal glimlacht. Profileren is ook wat hem in zijn derde jaar als stadsdichter voor ogen staat. ,,Als je begint, doe je dat toch wat op de tast. Je bent immers nooit eerder stadsdichter geweest. Ik wil mezelf wat meer laten zien. Daarom is het heel fijn als je iemand als Medea ontmoet. Wij passen wat ideeën betreft wel bij elkaar.