NIJMEGEN - De één groeide op in opvanghuizen, de ander heeft een spierziekte. Toch hebben Sunita Biharie en April Ranshuijsen zich nooit willen laten beperken. Sterker nog, beide vrouwen doen een gooi naar een Tweede Kamerzetel. Zoals het er nu voorstaat, maken zij een goede kans. Wie zijn zij en wat drijft hen?
Door: Bastiaan van Blokland
Ze staan beiden op plek elf van hun partij: Biharie (40) voor de SP en Ranshuijsen (44) voor GroenLinks. Als fractievoorzitters in respectievelijk Apeldoorn en Nijmegen speelden zij zich de afgelopen jaren in de kijker. Hun gedrevenheid komt voort uit een persoonlijke situatie, want die is nét even anders dan bij de meeste aspirant-Kamerleden.
Rijdend raadslid
Het is een prachtige dag, enkele weken voor de verkiezingen. In park Valkhof loopt Ranshuijsen naar een geschikte plek voor een interview. Hoewel, lopen: het Nijmeegse raadslid verplaatst zich in een elektrische rolstoel. "Wat zeggen we eigenlijk", vraag ik. "Lopen of rijden?" Ranshuijsen: "Ik merk dat als ik met mensen ben die ook in een rolstoel zitten, ik zeg 'laten we erheen rijden'. Maar met jou noem ik het 'lopen'."
Kijk hier naar een video over April Ranshuijsen. De tekst gaat daaronder verder:
Broertje dood aan betutteling
Waaraan de politica in ieder geval een broertje dood heeft, is als we dat constant benadrukken. "'Oh sorry, vind je het vervelend als ik lopen zeg?' Die vraag kan ik de eerste keer begrijpen. Maar niet als je het daarna nog tien keer benoemt." Betutteling, daar moet je bij Ranshuijsen niet mee aankomen. Alle goedbedoelde adviezen ten spijt, trekt ze haar eigen plan.
Ranshuijsen is op een missie. Ze wil de weg plaveien voor mensen met een beperking: "Een persoonlijke speerpunt, dat is voor mij wel echt het VN-verdrag Handicap." Dat verdrag stelt doelen waar ook Nederland mee aan de slag moet, want ons land nam dat verdrag aan. Wat Ranshuijsen betreft gebeurt er lang niet genoeg: "Nederland loopt echt heel erg achter."
Weigeren om te trouwen
Als er één ding is wat Ranshuijsen deelt met de Apeldoornse Sunita Biharie, dan is het haar onverstoorbaarheid. Biharie werd op haar derde uit huis geplaatst. Nadat haar moeder overleed, wilde de familie haar uithuwelijken. Dat weigerde ze. Voor haar eigen veiligheid verliet Biharie haar toenmalige woonplaats Rotterdam. Op haar 15e belandde ze in een opvanghuis in Apeldoorn. Vanaf daar werkte zij zich op: een eigen huis, een baan, straks misschien Den Haag.
Terugkerend thema in haar politieke carrière: de jeugdzorg. Voor het interview met Biharie staan we voor dat opvanghuis, haar eerste kennismaking met Apeldoorn. "Jeugdzorg is wel een stokpaardje geworden, nietwaar?", vraag ik. "Nee, een stokpaardje wil ik het niet noemen. Dat klinkt zo politiek. Maar het is wel waar mijn hart ligt, naast armoede."
Kijk hier naar een video over Sunita Biharie. Tekst gaat daaronder verder:
Valkuilen
We hebben allemaal onze plus- en minpunten. Als politicus word je daar soms hard mee geconfronteerd. "Wie heeft ze niet?", zegt Ranshuijsen. "Ik ben enorm gedreven, mijn ambities liggen hoog. En ik weet dat politiek soms ook de weg van de lange adem is. Ik kan dan wel gefrustreerd raken, word bozig. Dat kost een hoop energie. Maar ik leerde de laatste jaren ook afstand te nemen. Als het niet linksom kan, dan rechtsom."
Biharie hoeft niet lang te denken over haar valkuil: "Dat ik met mijn hart in de politiek zit. Ik reageer soms te emotioneel. Achteraf denk ik dan: het was slimmer om rustiger te reageren. Het is een kracht, maar ook een zwakte. Ik word soms oprecht boos, maar je moet rustig blijven. Ik denk overigens wel dat ik daarin groei."
Tekst gaat verder onder de foto:
De norm, wat is dat?
Als we het hebben over gelijke kansen of mensen met een handicap, dan rijst de vraag: wat is de norm? Ranshuijsen: "Ik zeg altijd 'ik ben anders, net als jij'. Maar toegankelijkheid moet de norm worden. We bouwen nu gebouwen met trappen, want de meeste mensen lopen. Daarmee maak je mensen die de trap niet op kunnen 'bijzonder'. Voor hen moet een speciale oprijplaat komen, of een lift. Je kunt ook zeggen: we zorgen ervoor dat die er standaard inzitten. Veel landen in de wereld doen dat al, maar Nederland loopt daarin echt achter."
Bij Biharie gaat een gesprek over die norm al snel over ongelijkheid. Ze geeft een voorbeeld: "Toen ik met mijn vriend ging kijken voor een koopwoning, stond ik eerst tien minuten voor die woning. Ik had nooit gedacht dat ik - ik heb letterlijk op straat geleefd - ooit in de positie zou zijn dat ik voor een woning ging kijken. Voor mijn vriend paste dat altijd al in zijn plaatje, die liep lekker door dat huis. Dat geeft wel verschillen aan. En die verschillen worden steeds groter."
'Helaas' bevoorrecht
We staan nog altijd voor het opvanghuis, ze is hier zeker 20 jaar niet naar terug geweest: "Het is wel leuk om hier terug te zijn. Maar ook wel gek hoor." Vanaf de zijkant staart Biharie omhoog, naar het kamertje waar zij op haar 15e terechtkwam. "Ik denk wel dat ik pech heb gehad als jongere", zegt ze mijmerend. "Maar nu heb ik niets te klagen. Ik behoor zelfs tot de mensen die het heel goed hebben."
Tekst gaat verder onder de foto:
"Vind je soms dat je het nu té goed hebt?", vraag ik. Vertwijfeld: "Nou, weet je... er zijn gewoon heel veel mensen die in armoede leven. Helaas behoor ik dan tot de mensen die bevoorrecht zijn, terwijl ik dat voor iedereen zou willen. Er zou geen verschil moeten zijn, ik zou niet bevoorrecht moeten zijn."
Wie zien we straks in de Kamer?
Politici uit Gelderland zijn ondervertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Op dit moment zitten er zeven Gelderlanders op het pluche. Daar komt misschien een handvol politici bij na de verkiezingen. Het aantal mensen met een beperking in de Kamer is volgens Ranshuijsen al helemaal om te huilen.
De vraagt brandt: mist Den Haag iemand zoals April Ranshuijsen? "Ja, absoluut", antwoordt ze direct. "Ik ben volgens mij de unieke combinatie, want ik ben het allebei." Maar ze benadrukt daar wel bij: "Het aantal Gelderlanders is nog altijd veel meer dan mensen met een beperking."
Over representatie van de provincie in de Tweede Kamer heeft Biharie ook een mening: "Ik vind het zorgwekkend dat mensen hier zeggen dat zij niet het gevoel hebben vertegenwoordigd te worden. De Kamer kijkt veel naar landelijke kranten en volgt die trend. We mogen best wat vaker kijken naar andere regio's. Daar leven in zijn totaliteit meer mensen dan in de Randstad."
Ondertitelen als norm
Na haar interview laat Ranshuijsen de kans niet onbenut een kritische noot te kraken. "Je gaat deze video zeker wel ondertitelen?", vraagt ze. Dat doen we inderdaad voor online, omdat veel mensen video's bekijken zonder geluid. Dat antwoord verwachtte ze al: "Dit is een interessant voorbeeld. Op het moment dat mensen niet allemaal op internet massaal keken, was ondertiteling iets voor mensen met een beperking. Nu is het marketingtechnisch interessant en dan kan het gewoon."
Eigenlijk valt daar niet veel weerwoord op te geven. Punt gemaakt, en gaat over tot de orde van de dag.