Van onze mediapartner Stedendriehoek
FUTSAL - Alweer negen jaar runt Apeldoorner Richardt Kratzsch (67) de Futsal Academy Apeldoorn (FAA). Het zijn succesvolle jaren gebleken, die ook niet onopgemerkt zijn gebleven bij de lokale veldvoetbalverenigingen. En nu zelfs ook bij de onderwijsinstellingen.
Het zaalvoetbal is dan ook een mooie toevoeging voor veldspelers, vertelt Kratzsch (links op foto): “Zowel op technisch als tactisch vlak kunnen spelers in de zaal veel leren wat hen op het veld goed van pas kan komen.” Vorig seizoen is hij een samenwerking aangegaan met AGOVV en gestart met een gratis opleiding voor jeugdspelers in de leeftijdscategorieën jongens onder 13, onder 15 en onder 17 jaar.
En daar is nu een nieuwe samenwerking aan toegevoegd, namelijk met vmbo-school Sprengeloo. Docent lichamelijke opvoeding Erik van Doorn is blij dat hij met Richardt de schoolvoetballers naar een hoger niveau kan gaan brengen. “Wij doen met onze school altijd in juni mee aan het sportevenement Olympic Moves. We selecteren daarvoor gecombineerde teams uit de klassen 1/2 en 3/4. Beide ploegen bestaan uit acht voetballers. We spelen dan tegen andere scholen en dolgraag willen we komend jaar nog beter beslagen ten ijs komen. En Richardt wil graag coachen; nou, dan is één plus één twee, toch?”
Met de hulp van Kratzsch werd afgelopen najaar ook meteen het selectiebeleid van de school verruimd: “We trainen nu met vijftien spelers in beide combinatieklassen. En er zitten aardige talenten tussen, heb ik inmiddels kunnen zien.” Voor de ervaren trainer zit er ook een andere kant aan de medaille. Hij heeft immers ook een pet op van zijn Futsal Academy Apeldoorn én een AGOVV-pet; dolgraag wil hij de spelers ook enthousiast maken om te komen veldvoetballen bij de ‘Blauwen’ op sportpark Berg & Bos. “Natuurlijk blijft de primaire insteek om de jongens kwalitatief beter te maken in de zaal, ook qua spelsysteem toch een heel andere sport dan veldvoetbal. Daarnaast promoten Erik en ik op deze manier het zaalvoetbal binnen Apeldoorn door schoolteams te smeden die nét dat beetje extra kunnen brengen.”
Beide mannen zien de samenwerking vooralsnog als een pilot. “We zijn inmiddels gestart en kunnen terugkijken op een goed begin. Maar de tijd is te kort om echt gedetailleerd met de jongens aan de slag te gaan. We moeten het hebben van vrije dinsdagen plus beschikbaarheid van een zaal, wat binnen Apeldoorn ook lang niet meevalt. Maar de basis van het zaalvoetbal krijgen we er wel in: hoe val je gezamenlijk aan en hoe verdedig je? De looplijnen dus”, knikt Richardt. Erik vult aan: “Het klinkt allemaal heel serieus, en dat is het ook, maar het plezier voor de jongens staat voorop. Dat wil ik toch graag benadrukken. Het is erg leuk om te zien dat ze er zoveel schik in hebben én dat je ook daadwerkelijk gaat zien dat ze hierin stappen maken. Als dit alles zo blijft bevallen, kunnen we mogelijk een langere samenwerking tot stand gaan brengen.”
