ARNHEM - Topsport is onder meer het verleggen van grenzen. Iedere dag opnieuw. Atlete Marije van Hunenstijn uit Apeldoorn zet daarin steeds grotere stappen. "Het durven opzoeken vond ik eerst nog lastig."
Door: Richard van der Made
Ze schitterde zondag tijdens de Diamond League in Zweden. Op de 100 meter sprintte Van Hunenstijn naar een tijd van 11,28 waarmee ze tweede werd. "Daar ben ik superblij mee", opent de 25-jarige atlete vanuit haar appartement in Arnhem. "De grote namen die er liepen waren misschien niet op niveau, maar ze stonden wel aan de start."
Wereldtoppers en routiniers als de Bulgaarse Lalova en de Ivoriaanse Ta Lou bleef Van Hunenstijn knap voor en daar zit veel genoegdoening. "De tijd vind ik niet zo verrassend. Ik wist dat dit erin zat voor mij."
Topsnelheid
Tevreden was de Apeldoornse vooral ook met de opbouw van haar race. Ze legt uit waarom die voor haar in Stockholm zo goed was. "Ik ben nature niet de beste starter. Sommige atleten hebben daar echt aanleg voor, bij mij is dat minder. Mijn sterke kant zit veel meer in de topsnelheid rond de zestig meter. Van daaruit moet je doortrekken en verder versnellen. Dat gebeurde."
Foto ANP
"Als je een slechte start hebt, moet je veel meer werken", legt ze uit. "Soms forceer je dan ook en verlies je tijd. Bij een 100 meter moet alles kloppen. De verschillen zijn ontzettend klein. Deze race voelde voor mij alsof het vanzelf ging, waardoor ik ook vol op kracht kwam. En natuurlijk moet je wel blijven werken. Maar hoe beter mijn start, hoe groter de kans dat ik dat gevoel later in de wedstrijd krijg."
Doorpakken
Van Hunenstijn maakt serieuze progressie. Voorzichtig heeft ze zich genesteld tussen de allergrootsten in het sprintgeweld en ze is voornemens nog verder door te groeien. "Dit is waar we naartoe wilden", zegt ze over de route die ze met haar coaches uitstippelde. "De komende jaren willen we doorpakken en alles er aan doen om op dit niveau te blijven. Als je hoger komt, wil je daar ook blijven en je tijden weer verder verbeteren. Dat is het moeilijkste."
Van Hunenstijn in training op sportcentrum Papendal (foto ANP)
Rust
Met de toptijd van 11,13 plaatste ze zich vorig jaar voor de Olympische Spelen van Tokio, die mogelijk volgend jaar alsnog worden gehouden in Japan. Ze liep ook nog eens een persoonlijk record. "Dat ik me kwalificeerde was wel even wennen, vooral in mijn hoofd. Ik ging ineens harder lopen. Toen heb ik best even tijd nodig gehad om tot rust te komen, want ineens komt er van alles op je af. Je komt meer in de picture, mensen vormen een mening over je. Je krijgt te maken met druk."
Valkuil
Ook mentaal heeft ze flinke stappen gemaakt. Minder twijfels en bescheidenheid, meer bewustzijn en zelfvertrouwen. Van Hunenstijn gaat er wat dieper op in. "Ik sta nu een stuk sterker in mijn schoenen. Tijdens trainingen zijn we ook steeds meer de grenzen gaan opzoeken. Om dat echt te durven vond ik lastig. Het was altijd mijn valkuil. Ik voer daar met Bart Bennema (coach, RvdM) ook veel gesprekken over. Nu weet ik: ik kan meer dan ik denk. Ik durf nu te gaan en die grenzen ook meer op te zoeken. En als je dan ziet: dat heb ik echt gedaan, dan raak je zelfverzekerd."
Grenzen aangeven
Een topsporter ervaart vaak al op jonge leeftijd hoe het is om te gaan met tegenslagen en teleurstellingen. Van Hunenstijn beaamt dat. "Je komt jezelf vaak tegen en moet leren daar mee om te gaan. Dat maakt je beter. In de topsport heb je geen tien jaar de tijd, er staat een bepaalde druk op. Ik wil mezelf blijven, maar heb ook wel geleerd op tijd mijn grenzen aan te geven. Dat leer je alleen pas als mensen daarover heen zijn gegaan."
Pushen
Van Hunenstijn omschrijft zichzelf onder meer als bescheiden en nuchter. "Door die nuchterheid kan ik waarschijnlijk ook goed relativeren", heeft ze gemerkt. "Ik weet snel waardoor iets komt en kan dan ook weer verder gaan. Ik heb ontzettend veel plezier in wat ik doe en dat helpt echt heel erg. Mijn ouders staan ook nuchter in het leven. Ze hebben me ook nooit gepusht of specifiek met mijn sport bemoeit, maar reden me wel overal naartoe en vonden het vooral fantastisch wat ik deed. Alles kwam uit mezelf, dat was heel fijn."
In de atletieksport noemt Van Hunenstijn zichzelf een laatbloeier. "Ik heb tot mijn 11e jaar eerst geturnd. Veel later kwam ik er ook pas achter hoe ver ik kon komen in atletiek. Talenten komen tegenwoordig steeds vroeger op Papendal. Ik ging daar naartoe toen ik 20 was. Qua trainingsomvang en kracht was ik niets gewend."
Baan in de bossen
Wonen en leven in een echte topsportomgeving paste haar echter uitstekend. Van Hunenstijn vond energie en groeide. "Papendal voelde echt mijn tweede thuis, waar ik vaker was dan bij mijn ouders. Die mooie blauwe baan prachtig gelegen in een kuil in de bossen. De prachtige hal die van alle gemakken is voorzien. Ik voelde me daar ook echt bevoorrecht. Maar als je er elke dag bent, went dat ook. In het begin keek ik op tegen bepaalde atleten, je denkt dit wil ik ook. Gaandeweg groei je vanzelf mee in het topsportleven."
In gesprek met Dafne Schippers (foto ANP)
Wat lekkers eten
Nu woont ze ruim een jaar op zichzelf in de buurt van Papendal, net als veel andere atleten. "We weten van elkaar hoe ons leven eruitziet, wat je er voor moet doen en vooral laten. Iedereen doet lekker zijn ding en het is ook vaak gezellig in onze groep. Echt niet altijd serieus", lacht ze. "Ook wij eten wel eens wat lekkers, maar willen wel allemaal het maximale eruit halen. Topsporter ben je 24 uur per dag. Je bent veel weg, moet veel uitrusten en kan dus niet zo even met iedereen afspreken. Mentaal en fysiek is het soms zwaar. Ja, dat wordt misschien wel eens onderschat."
foto ANP
De 200 meter
Corona legde ook de atletieksport plat. Maar sinds een aantal weken worden er weer wedstrijden gehouden. Van Hunenstijn is in vorm, zo bewees afgelopen weekend ook haar race in de Diamond League. "Ik ben al blij dat we weer kunnen racen, ook internationaal. Dat had ik eerlijk gezegd nog niet verwacht. Komend weekend is het NK in Utrecht. Daar ga ik voor het eerst een 100 meter en een 200 meter lopen. Je moet dat vooral zien als een mentale training, we willen zien hoe dat uitpakt. Afgelopen winter ben ik ook gestart met meer specifieke 200 meter training. Bij mijn loopstijl past die afstand zelfs beter. Ik moet natuurlijk meer ervaring opdoen, maar het is wat mij betreft zeker iets voor de toekomst."