VOLLEYBAL – De volleybalsters van Oranje spelen van 7 tot en met 12 januari 2020 het allesbeslissende olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Apeldoorn. Oranje staat in het Omnisport voor het eerst onder leiding van de nieuwe bondscoach Giovanni Caprara. De ervaren Italiaan (57 jaar) staat voor de zware taak om de volleybaldames naar Tokio te loodsen.
Giovanni ‘Gianni’ Caprara werd begin november in Utrecht gepresenteerd als nieuwe bondscoach van de Nederlandse volleybalsters. Caprara begint op 27 december met Oranje aan de voorbereiding op het olympisch kwalificatietoernooi in Apeldoorn. Aan het OKT in Apeldoorn doen acht Europese landen mee, en alleen de winnaar plaatst zich voor Tokio.
Caprara is een van de meest succesvolle coaches ter wereld en kon de Nederlandse volleybalbond NeVoBo een indrukwekkend cv overhandigen. De Italiaan werd in 2006 wereldkampioen als bondscoach van het Russische vrouwenteam. Als clubcoach won hij onder andere de Champions League (twee keer), de CEV Cup en het WK voor clubteams.
Clubcoach
Caprara is momenteel coach van Il Bisonte Firenze, de club waar de Nederlandse internationals Laura Dijkema en Nika Daalderop onder contract staan. Afgelopen zomer coachte hij ook het nationale vrouwenteam van Azerbeidzjan, de eerste tegenstander van Nederland op het OKT in Apeldoorn. Een van de eerste grote beslissingen die Caprara nam als bondscoach van Nederland, was het terugbrengen van Floortje Meijners in de selectie. Meijners, die in de Italiaanse competitie voor Monza speelt, kwam in 2007 voor het laatst uit voor Oranje.
Olympische droom
“Ik ben ontzettend blij dat ik het Nederlands damesteam mag gaan coachen”, vertelt de aimabele Italiaan. “Ik heb in mijn carrière al vaak met Nederlandse speelsters mogen werken, onder wie Janneke van Tienen, Kim Staelens, Caroline Wensink, Floortje Meijners, Robin de Kruijf en nu dus met Laura Dijkema en Nika Daalderop. Zij hebben stuk voor stuk een sterke mentaliteit. Ze werken iedere dag hard om het uiterste te bereiken en daar houd ik van.”
“Het OKT in januari gaat een moeilijk en spannend toernooi worden. Ieder land weet dat het maar één kans heeft om zich te plaatsen, en dat brengt de nodige zenuwen met zich mee. Wij hebben echter een heel sterk team, en we gaan de korte tijd die we hebben om ons voor te bereiden optimaal benutten. Dat we in Nederland mogen spelen is absoluut een voordeel. Ik wil dit team graag helpen om hun olympische droom te verwezenlijken.”