BEEKBERGEN - De Veluwe is de grootste toeristische regio van Nederland, maar dat is lang niet altijd zo geweest.
De familie Van Oranje-Nassau kan gezien worden als de eerste toeristen op de Veluwe. Zij kwamen rond 1650 naar Dieren om te jagen op de Veluwezoom. Stadhouder Willem III liet in 1684 het huidige Paleis Het Loo bij Apeldoorn bouwen. Pas tweehonderd jaar later konden ook andere Nederlanders zich een reisje naar de Veluwe veroorloven, nadat Apeldoorn was aangesloten op het spoorwegnetwerk.
De stoomtrein kon Apeldoorn vanaf 1876 bereiken. Volgens een dienstregeling uit 1901 kostte een reisje van Amsterdam naar de Veluwe toen minder dan twee uur.
Apeldoorn groeide in die jaren snel. Koning Willem III vestigde zich bijna permanent op Paleis Het Loo en Koningin Wilhelmina volgde het voorbeeld van haar vader. Dat had tot gevolg dat Apeldoorn de belangrijkste hofstad van Nederland werd. Dat bracht veel hogere ambtenaren en andere rijke Nederlanders naar Apeldoorn.
Zij vestigden zich in nieuwe wijken rond het Oranjepark. Maar ook toeristen uit de Randstad konden de Veluwe relatief makkelijk bereiken door een ritje met de stoomtrein. Campings en vakantieparken schoten daarna als paddenstoelen uit de grond.
Ridders van Gelre
De Ridders van Gelre maken vanavond een ritje met de stoomtrein naar Apeldoorn. Zij vertellen bij Omroep Gelderland de geschiedenis van de Veluwe. De bloeiende beschaving uit de prehistorie komt aan bod samen met het ontstaan van de bossen en het orthodoxe protestantisme.
Ridders van Gelre vertellen een verhaal van de Veluwe is vanavond vanaf 17.20 uur te zien bij Omroep Gelderland en wordt ieder uur herhaald.